Liesbeth Zegveld
Liesbeth Zegveld is advocaat en hoogleraar. Het internationale recht is in haar ogen de sleutel om de waarheid boven tafel te krijgen. Zegveld gaat tijdens haar Vrijheidscollege in op deze wisselwerking aan de hand van concrete conflictsituaties zoals Screbrenica, het WK in Qatar, de Nederlandse Spoorwegen en Hawija.
Liesbeth Zegveld (1970) is advocaat en hoogleraar. Zij is gespecialiseerd in mensenrechtenschendingen en compensatie voor oorlogsslachtoffers. Zegveld werkt momenteel bij het advocatenkantoor Prakken d’Oliveira. Zegveld studeerde rechten aan de Universiteit van Utrecht en promoveerde cum laude aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het internationale recht is in haar ogen de sleutel om de waarheid boven tafel te krijgen. Zegveld gaat tijdens haar Vrijheidscollege in op deze wisselwerking aan de hand van concrete conflictsituaties zoals Screbrenica, het WK in Qatar, de Nederlandse Spoorwegen en Hawija.
Zegveld studeerde rechten aan de Universiteit van Utrecht. Zij deed zowel onderzoek aan de New York University als aan het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens in Washington. In 2000 promoveerde ze cum laude aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op het proefschrift Accountability of Armed Opposition Groups in International Law. Hiervoor ontving zij de Max van der Stoel-Mensenrechtenprijs. In 2005 werd zij partner bij Prakken d’Oliveira Human Rights Lawyers. Van 2006 tot 2013 was Zegveld hoogleraar aan de Universiteit van Leiden, met als leeropdracht humanitair oorlogsrecht. Tot op heden is zij hoogleraar War Reparations aan de Universiteit van Amsterdam.
In 2018 stond Zegveld holocaust-overlever Salo Muller bij in zijn zaak tegen de Nederlandse Spoorwegen. Hij was vijf jaar oud toen zijn ouders vanuit Amsterdam per trein naar kamp Westerbork werden vervoerd en vanuit daar naar Auschwitz werden getransporteerd en vermoord. De NS ontving voor het transport betalingen van de Duitsers. Salo Muller begon een strijd voor financiële tegemoetkoming. In 2019 reserveerde NS-directeur Roger van Boxtel ongeveer vijftig miljoen euro om de overlevenden en nabestaanden tegemoet te komen.
"Als door een overheid geen openheid van zaken wordt gegeven, wordt de mens achterdochtig en wantrouwend. Als het gaat over kwesties van leven en dood worden mensen zelfs angstig. Er is dus een constante wisselwerking tussen de vrijheid om je te uiten, de plicht van overheden en organisaties om de waarheid te spreken, en de vrijheid om te leven zonder angst. In internationale conflicten staat de waarheid vaak onder druk, maar is die waarheid essentieel om uiteindelijk tot oplossingen en genoegdoening te komen. Het internationale recht is de sleutel om die waarheid boven tafel te krijgen."